Porta San Sebastiano

De Porta San Sebastiano is de grootste en een van de best bewaarde poorten die door de Aureliaanse muren in Rome lopen. Oorspronkelijk bekend als de Porta Appia, stond de poort schrijlings op de Via Appia, de regina viarum, die zijn oorsprong vond bij de Porta Capena in de Servische muur. Tijdens de Middeleeuwen werd het waarschijnlijk ook Accia (of Dazza of Datia) genoemd, een naam waarvan de etymologie vrij onzeker is, maar waarschijnlijk geassocieerd met de rivier Almone, genaamd "acqua Accia", die in de buurt stroomde. Ook wel Porta Domine quo vadis genoemd vanwege de nabijgelegen kerk. Het moderne gebruik van de uitdrukking "Quo Vadis" verwijst naar een christelijke traditie met betrekking tot de heilige Petrus die op de vlucht was voor de waarschijnlijke kruisiging in Rome door toedoen van de regering, en langs de weg buiten de stad ontmoette hij de verrezen Jezus. In de Latijnse vertaling vraagt Petrus aan Jezus "Quo vadis?", waarop hij antwoordt: "Romam eo iterum crucifigi", dat wil zeggen: "Ik ga naar Rome om opnieuw gekruisigd te worden". Petrus krijgt daardoor de moed om zijn bediening voort te zetten en keert terug naar de stad, om uiteindelijk de marteldood te sterven door ondersteboven gekruisigd te worden. De kerk van Domine Quo Vadis in Rome is gebouwd waar, volgens de legende, de ontmoeting tussen Petrus en Jezus plaatsvond.
De huidige naam wordt pas sinds de tweede helft van de 15e eeuw bevestigd, vanwege de nabijheid van de basiliek van San Sebastiano en zijn catacomben.